Toelichting bij bovenbouwmodule 4

 

 

Bij de start van deze module wordt ervan uitgegaan dat onderwerpen zoals in module E aan de orde zijn geweest (bijvoorbeeld significantie, infrarood, broeikaseffect, verbranding, ..).

 

Practicum 1

 

In practicum 1 opdracht 1.1 wordt wel de elemententheorie nog eens herhaald/samengevat.

 

In de opdrachten 1.2 en 1.3 worden concepten gebruikt bij de bestudering van contexten uit krantenartikelen.

Na deze opdrachten kunnen ook in toetsen vragen gesteld worden over (onbekende) contexten.

 

Dit wordt geëxpliciteerd in opdracht 1.4; daar wordt ook de natuurwetenschappelijke context geïntroduceerd.

 

Uit opdracht 1.5 (en ook 1.6 en 1.7) moet duidelijk worden dat formules worden toegekend en dat (bepaalde) eigenschappen in formules verwerkt worden.

 

Zorgvuldige correctie van de vragen 1.6a, b en c kan duidelijk maken hoe (uitgebreid) de antwoorden moet zijn die op dit soort vragen verwacht worden.

 

De meeste van de in vraag 7h vermelde trefwoorden zouden al in samenvattingen verwerkt moeten zijn.

 

 

Practicum 1A

 

Practicum 1A gaat over de context aardolie. Aan de hand daarvan komen al bekende concepten zoals destillatie (en ook andere scheidingstechnieken) nog eens aan de orde. Enkele nieuwe termen (uit de syllabus) worden hier voor het eerst gebruikt (continuproces, batchproces, bulkchemie, fijnchemie), ze komen ook later nog aan de orde, maar vanaf nu zou er in toetsen naar gevraagd kunnen worden.

 

Bij vraag 1A.3c wordt een interpretatie van een onbekende vakterm gevraagd (vergelijkbaar met de concentraatvraag uit het pilot-havo-examen 1e tijdvak 2013). Dit soort vragen kan vanaf nu in toetsen gesteld worden.

De gefractioneerde destillatie en van de werking van schotels worden ook aan de hand van Schooltv-clips uitgelegd. Daarin komt o.a. het idee van een model als vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid aan de orde. 

 

Vanwege de introductie van nieuwe (eind)termen in een A-practicum, het  gebruik van beeldmateriaal bij module en vanwege de (herhaling van) invoering van modellen zou overwogen kunnen worden om practicum 1A geheel of gedeeltelijk (bijv. t/m 1A.3) in contacttijd te laten uitvoeren. In deze mogelijkheid is voorzien middels vraag 1.7g in practicum 1.

Daarna zouden leerlingen dan (beter) om moeten kunnen gaan met nieuwe concepten, andere contexten en beeldmateriaal in A-practica en in toetsen.

 

In 1A.6 (herhaling van) indeling van vragen naar A, B, C en D.

Kan dus in toetsen gebruikt worden.

 

Practicum 2

 

In dit practicum worden aan de hand van de natuurwetenschappelijke context gegevens verzameld over reacties met gassen.
Ook worden verschillende eindtermen uit de syllabus aan de orde gesteld, met name ook het rijtje “biologische” eindtermen die als voorkennis globaal bekend verondersteld worden (zie boven vraag 2.2f).
Er wordt gerekend.

En er worden op basis van experimentele gegevens formules geproduceerd.

 

In opdracht 2.3 wordt onderscheid gemaakt tussen microschaal en (het al eerder geïntroduceerde) microniveau.

 

 

Practicum 2A

 

Ook in dit practicum komen enkele nieuwe eindtermen aan de orde: functies van voedingsstoffen, ADI, LD50 en (aspecten van) duurzaamheid. Dat laatste onderwerp zal nog diverse keren terugkeren.

 

In opdracht 2A.4 wordt de aandacht gevestigd op diverse BINAS-tabellen (en de mogelijkheid van voetnoten daarbij) en op Wikipediafragmenten.

Daarvan kan in toetsen gebruikt gemaakt worden.

 

 

Practicum 3

 

Extra vergeleken met de eerste druk van module 4 nu ook aandacht voor (voorstellingen op) microniveau.

 

Practicum 3A

 

Nieuwe termen zijn kernreacties (hier alleen op macroniveau; gezien het ontbreken van vragen daarover de pilot-examens 1e tijdvak 2013 moeten we nog maar eens bekijken welke aandacht daaraan in de toekomst moeten besteden) en energiediagram (dat komt nog terug).

 

 

Practicum 4

 

Nieuw vergeleken met de eerste druk van module 4 (in 4.7 en 4.8 en 4.10) meer aandacht voor naamgeving in relatie tot de chemische formule (en voor BINAS-tabellen en voetnoten daarin) en het begrip grenswaarde (in plaats van MAC).

En aandacht voor voorstellingen op microniveau.

En expliciete vermelding van elementen en symbolen die volgens de syllabus bekend verondersteld worden (maar wel in BINAS kunnen worden opgezocht).

 

 

Practicum 4A

 

(Meer) aandacht voor macro/micro en voor allotrope vormen, met name van zuurstof en koolstof.

 

 

Practicum 5

 

Nieuw vergeleken met de eerste druk van module 4 is de expliciete vermelding (in 5.2) van de samengestelde stoffen waarvan volgens de syllabus de chemische formule bekend wordt verondersteld.

En (in 5.4 en 5.11) aandacht voor (macro/)micro.

En vermelding van enkele grootheden met hun symbolen (volgens de syllabus).

In opdracht 5.12 mogelijkheden voor differentiatie (twee versies voor introductie van molariteit).

 

Practicum 5A

 

Enige differentiatie naar havo en vwo.

Rekenwerk en een diagnostische toets.