Handleiding
Scheikunde module K Kwantitatief

Aan het einde van practicum 1 is er een differentiatiemogelijkheid: bij (1) wordt de proef van koper en zwavel en de verwerking van de resultaten niet gedaan.

Dan meteen verder naar practicum 4, daar worden de benodigde conclusies en gegevens aangereikt.

Hier een mogelijkheid om (blijvend?) te differentiëren naar N en M; zie ook opdracht 4.1.

Bij (2) wel “koper en zwavel”. Dus uitvoering van p2 en p3.

Alternatief voor (2): proef op foto’s zoals in p2A.

In practicum 3A “alcohol en zuurstof kwantitatief” als voorbeeld/oefening van het kwantitatief volgen van een reactie

In 4.7 weer een differentiatiemogelijkheid, bijvoorbeeld: 4.8 en 4.9 niet voor M, wel voor N-vwo, niet voor N-havo.

In 5.5 onderscheid tussen vakterm adsorptie en htk-term absorptie

Aan het einde van vraag 5 een differentiatiemogelijkheid: wel of niet adsorptieproef met silicagel (zou ook in een toets kunnen). Indien niet dan meteen verder naar 5.7.

Laatste deel van 5.8 alleen voor vwo, want in de eindtermen voor havo komt gáschromatografie niet voor.

In practicum 5A voeren leerlingen de norit/spiritusproef uit met eigen of van school meekregen norit. Als het thuis niet kan/lukt dan wordt verwezen naar de mogelijkheid om de proef op school uit te voeren.

Het bekijken van het eerste deel van de film Gif om op te vreten en de opdrachten daarbij zitten nu in huiswerk 5A.

Practicum 1
1.2
Opstelling voor het bepalen van het percentage zuurstof in de lucht met behulp van koper wol met gasmeetspuiten (zie fotoserie).
Fotoserie bij beeldmateriaal

1.4

(Propje) koper(wol) met koperoxide of koper(plaatje) met koperoxide of mengsel van koperpoeder en koperoxidepoeder aanreiken en ook zwavelzuur oplossing 2 M in erlenmeyer of bekerglas (in het geval van een plaatje).

 

 

Practicum 2
Balans (0,01 g) 

2.2

Koperdraad (gestripte elektriciteitsdraad)

 

2.3

Weegschuitjes met net iets meer dan 2 g zwavelpoeder

 

2.4

Staaf om in buis passend koperrolletje te draaien

 

2.5

(Vooral) koperspiraaltje verhitten totdat dat door reactie met zwavel gaat gloeien.

Uitsmeltopstelling in zuurkast (driepoot zonder gaasje met gebogen ijzerdraadhaak)

Twee branders tegelijk (bijv. m.b.v. T-stukje)  is handig bij uitsmelten

Indien de proef niet uitgevoerd kan worden: zie fotoserie in practicum 2; daar ook gegevens

 

2.6

Combinatietang om spiraaltje open te knippen.

 

Practicum 2A

Fotoserie bij beeldmateriaal.

 

Practicum 3

3.2

buis met uitgesmolten resultaat opengeknipt , overmaat koper moet zichtbaar zijn

 

3.9

film bij beeldmateriaal

 

3.10

foto’s bij beeldmateriaal

 

Practicum 3A

3A.4
foto’s bij beeldmateriaal

 

Practicum 4A

4A.1

Foto’s bij beeldmateriaal

 

 

Practicum 5

5.3

digitaal woordenboek

 

5.4

Demonstratie van het centrifugeren van een suspensie, eventueel eerst handcentrifuge.

Als centrifugeren lang duurt eindresultaat ook  klaarzetten.

 

5.5

(Bos)atlas

 

5.6

Rekje met buizen met silicagelpoeder (vullen in zuurkast, niet door leerlingen laten doen i.v.m. verstuiving), methyleenblauwoplossing en methylgeel oplossing (= methylroodoplossing met wat natronloog) en een lege buis.

Filtreerpapier, trechter

 

5.7

Noritverpakking en norittabletten om mee te geven

 

5.8

Niet watervaste zwarte viltstift (moet in kleuren uitlopen)

Stroken filtreerpapier; bekerglas met water

Dunnelaagchromatografieplaatje om te laten zien

Alleen voor vwo: gaschromatograaf, gaschromatogram

 

Practicum 5A

 

5A.2

Norit, spiritus, eetlepel (voor leerlingen die 5A.1 op school willen uitvoeren)

 

5A.3

Film bij beeldmateriaal