Bijlage
6 Sociaal-constructivisme
Uit:
http://www.natuurlijkleren.net/?page_id=249
De constructivistische theorie gaat er van
uit dat het verwerven van kennis en vaardigheden niet zozeer het gevolg is van
een directe overdracht van kennis door de docent, maar eerder het resultaat van
denkactiviteiten van de leerlingen zelf: we leren door nieuwe informatie te
verbinden aan wat we al weten. Het constructivisme benadrukt daarmee de actieve
rol van de leerling bij het verwerken van informatie en het verwerven van
kennis en vaardigheden. Sociale processen spelen hierbij een belangrijke rol.
In het onderwijs wordt het (sociaal)
constructivisme gebruik als een moderne leertheorie. Ook als onderwijsstroming
gaat het Constructivisme ervan uit dat mensen zelf betekenis verlenen aan hun
omgeving en dat sociale processen hierbij een prominente rol spelen. Kennis
wordt door ieder mens op een eigen wijze geconstrueerd, waarbij men sterk wordt
beïnvloed door de reacties en opvattingen in de sociale omgeving. Het
constructivisme vindt zijn wortels in het werk van Piaget,
de Gestalt-psychologen Bartlett
en Bruner, en in de onderwijsfilosofie van John Dewey. Er is geen eenduidige constructivistische
leertheorie. Sommige constructivisten leggen vooral nadruk op de sociale
constructie van kennis, het sociaal constructivisme, andere vinden het sociale
aspect minder belangrijk.
Een van de belangrijkste name die hoort bij
het sociaal constructivisme is Lev Semyonovich Vygotsky (1896 –
1934). Vygotsky was een Russische
ontwikkelingspsycholoog, die pas in de jaren 60 in de Westerse wereld ontdekt
werd. Pas in de 80er jaren werd Vygotsky’s werk wijdverbreidt bekend onder andere door open gaan van de Sovjetunie door glasnost. Vygotsky
zelf werd beïnvloed door de vroege werken van Piaget.
Kennis wordt niet alleen individueel
geconstrueerd, maar wordt ook steeds weer gespiegeld aan de opvattingen van
anderen. Kennis komt tot stand door interpretatie van informatie. Omdat
interpretatie afhankelijk is van de voorkennis en associaties van lerenden, is deze per definitie subjectief van aard. Door
eigen kennis te spiegelen aan de kennis van anderen, wordt deze niet alleen
verrijkt, maar bereikt deze een hogere mate van intersubjectiviteit. Een binnen
een praktijkgemeenschap gedeelde opvatting, kan dan als objectieve waarheid
worden ervaren.
Belangrijke argumenten om leerlingen zoveel
mogelijk hun eigen leren te laten vormgeven komen voort uit de
constructivistische leertheorieën.
Vanaf het begin van de mensheid hebben mensen
zich sociaal en in gemeenschappen georganiseerd. In zogenaamde primitieve
samenlevingen ziet men ook nu nog dat kinderen in hun gemeenschap leren door
het observeren en imiteren van hun ouders en stamgenoten. Over wat zij doen,
wordt met hen door middel van taal gecommuniceerd. Wat kennis is en dus als
waarheid wordt ervaren, is afhankelijk van de normen, waarden en inzichten
binnen die gemeenschap. Het is dus mogelijk dat kennis buiten een bepaalde
praktijkgemeenschap geen waarde heeft. Het belang van een actieve rol wordt
bevestigd vanuit de neurobiologie.