Bijlage 2 Taalvaardigheden
Voorbeelden
van aandacht voor taalvaardigheden
Uit Module 2 Practicum 7
Onderscheid vaktaal / huis-, tuin- en keukentaal
De hefboom stelt nu een wip voor waarop twee kinderen zitten die even zwaar zijn.
Natuurkundigen spreken in dit geval van (een) evenwicht.
b. Omschrijf in h(uis-), t(uin-) en k(euken)taal wat met de vakterm evenwicht bedoeld wordt.
Uit Module 2 Practicum 7
Onderscheid vaktaal / huis-, tuin- en keukentaal
De afstand van het draaipunt tot het aangrijpingspunt wordt door natuurkundigen de arm genoemd. Alweer een voorbeeld van een woord dat in vaktaal en htk-taal verschillende betekenissen heeft!
Uit module 1 Practicum 8A
Brief schrijven
8A.2 Een draaiorgel kun je beschouwen als
een grote speeldoos. In plaats van papierstroken worden kartonnen boeken
gebruikt waarin gaten “gekapt” worden.
Misschien is het wel mogelijk om een draaiorgel en de bijbehorende boeken in
het echt te bekijken.
In deze opdracht ga je een brief maken met het verzoek aan een orgelman om dat te vragen.
Maak de brief in een wordbestand volgens de instructies die je daarvoor bij het vak Nederlands of van je begeleider voor het vak science gekregen hebt.
De brief moet gericht worden aan:
de heer O. Draaier
Orgelstraat 25
Muziekstad
In de brief moet je uitleggen wat jouw activiteiten bij het vak science te maken hebben met een draaiorgel.
Ook moet er de vraag in staan of hij met het draaiorgel naar school komt of dat je dat bij hem thuis of elders kunt bekijken.
Dezelfde vragen voor de boeken en voor het maken ervan.
Ook wil je weten of er kosten aan verbonden zijn.
En je formuleert een vraag: iets wat je in ieder geval over het draaiorgel te weten wilt komen.
Sla de brief digitaal zo op dat je er op school bij kunt.
In een van de volgende practica ga je de brief ter beoordeling naar je groepsgenoten sturen.
Print de brief op een A4-tje en breng de afdruk de komende lessen mee naar school. In een van de volgende practica heb je de papieren brief nodig.
Bij het lesmateriaal is een digitaal woordenboek beschikbaar.
Uit Module 1 Practicum 5
Woordenboekgebruik/woordenschat
Elke kaart correspondeert met één van de vierentwintig flesjes.
d. Geef een ander woord dat je hier in plaats van corresponderen kunt gebruiken.
Zoek in het woordenboek bij deze module nog een andere betekenis op van het woord corresponderen.
e. Welke andere betekenis van het woord corresponderen vind je daar?
Uit Module 1 Practicum 6
Woordenboekgebruik/associatie
6.4 Het aantal groepen kan berekend worden met een wiskundige bewerking die machtsverheffen wordt genoemd.
a. Welke associaties heb je bij het woord macht?
Controleer in het woordenboek bij deze module welke van jouw associaties corresponderen met de bij het woord macht vermelde betekenissen. (Overleg met je begeleider als je niet weet hoe en waar je dat woordenboek kunt raadplegen.)
b. Geef de nummers van de betekenissen die corresponderen met jouw associaties.
c. Ken je de wiskundige bewerking “machtsverheffen” al?
Uit Module 2 Practicum 2
Woordenboekgebruik/woordenschat
2.6 Ruim alle spullen op.
a. Vinden jullie de titel van dit practicum passen bij de
inhoud?
Waarom wel of waarom niet?
De uitdrukking “wikken en wegen” betekent volgens Het Groene Woordenboek van 2002: (iets) goed overdenken.
In dit geval zou dat kunnen slaan op het kiezen van een geschikt weeginstrument.
De woorden “wikken” en “wegen” hebben apart ook betekenis. Wat wegen betekent weet je na dit practicum wel.
Overleg met je begeleider of jullie de volgende opzoekvragen b, c en d ook moeten beantwoorden.
b.
Zoek in het sciencewoordenboek op of je in dit
practicum niet alleen gewogen maar ook gewikt hebt.
Zoek in dat woordenboek ook de betekenissen van de woorden “analoog” en “digitaal” op.
c. Welke van die betekenissen heeft “analoog” in de context van dit practicum?
d. Welke van die betekenissen heeft “digitaal” in de context van dit practicum?
Uit Module 2 Practicum 3
Woordenboekgebruik/woordenschat
3.11 De titel van dit practicum kun je op verschillende manieren interpreteren.
a. Wist je die titel van buiten of moest je nog even terugkijken (en heb je dat dan ook gedaan?)?
Via het trefwoord “maat” kun je in het woordenboek bij deze module de betekenis van de uitdrukking “met twee maten meten” vinden.
b. Wat betekent de uitdrukking “met twee maten meten”?
c. Wordt in dit practicum de betekenis van b bedoeld of de letterlijke betekenis?
Een van de bedoelde maten is volume. Daarmee wordt in het vak science de omvang van iets bedoeld, hoeveel ruimte iets inneemt.
d. Welke andere betekenis(sen) van het woord volume kennen jullie?
Op verschillende plaatsen in de modules wordt verwezen naar de
internetencyclopedie Wikipedia. Ook zijn enkele artikelen uit de digitale
encyclopedie beschikbaar. Door vermelding van de betreffende trefwoorden wordt
de zoektijd beperkt.
Uit Module 1 Practicum 6A
Encyclopediegebruik
Het woord bit heeft verschillende betekenissen.
Typ in de Nederlandstalige versie van de internetencyclopedie Wikipedia (www.wikipedia.nl) als zoekwoord “bit” in.
b. Welke van de genoemde betekenissen ken jij al?
Klik “bit (eenheid)” aan en lees de informatie over bit als kleinste eenheid van informatie.
c. Door wie is de naam “bit” in deze context bedacht?
In de tekst kun je lezen dat met twee bits de drie kleuren van een verkeerslicht kunnen worden aangeduid: 00, 01 en 10. Het totaal aantal mogelijke combinaties met 2 bits is 22 = 4.
d. Leg uit dat met twee bits nog een vierde kleur kan worden aangeduid.
In de tekst kun je lezen dat een groepje van acht bits een byte wordt genoemd en ook dat daarmee dan 0 t/m 255 = 256 com-binaties mogelijk zijn.
e. Laat met een berekening zien dat er met een byte in totaal 256 mogelijke combinaties van 0 en 1 mogelijk zijn.
Uit Module 5 Practicum 8
Encyclopediegebruik
Zelfs het werken met de netspanning van 230 V brengt al grote risico’s met zich mee. Experimenteer dus NOOIT zelf met netspanning.
Lees in het encyclopedie-artikel over het onderwerp “Electriciteit” het onderdeel “3. Ongevallen met elektriciteit”.
c. Hoe kan iemand bij een ongeval met elektriciteit aan brandwonden komen?
Van elk practicum wordt een handgeschreven samenvatting gemaakt.
De in een samenvattingenschrift verzamelde samenvattingen mogen ook bij
toetsen gebruikt worden.
Hulpmiddel bij het maken en hanteren van de samenvatting is een
cumulatieve index van de trefwoorden die aan het eind van elk practicum vermeld
staan.
Uit Module 1 Practicum 2A
(Leren) maken van een (science-)samenvatting
2A.2
Huiswerk
Na elk practicum kun je zelf lezen wat je als huiswerk moet maken. Schrijf dat huiswerk steeds in je agenda voor de les erna.
Wat je na elk practicum zeker moet doen: een samenvatting
maken.
Zo'n samenvatting kun je maken aan de hand van trefwoor-den die aan het eind van elk practicum staan vermeld. Behalve een korte omschrijving van die trefwoorden moet in je samenvatting ook staan wat jij van het betreffende practicum op dat moment het belangrijkste vond. Later kun je dat nog veranderen als je dat nodig vindt.
Je moet de samenvattingen in een apart schrift bij elkaar schrijven.
Wij weten dat het maken van samenvattingen moeilijk is. Daarom vind je in je infoboekje aanwijzingen en voorbeelden.
a. Zoek in je werkboekje de invul- en voorbeeld-samenvatting van practicum 2 en vul die in.
b. Plak het hele infoboekje (mét de
ingevulde samenvatting van practicum 2) in je samenvattingenschrift.
(Je hoeft deze samenvatting natuurlijk niet over te schrijven.)
Je mag je samenvattingenschrift gebruiken bij proefwerken. Je begeleider vertelt je nog hoe dat precies in z'n werk gaat. Breng het schrift met samenvattingen niet alleen bij proefwerken maar elke les mee.
Uit module 2 Practicum 9
Gebruik van samenvattingen(schrift)
9.1 In dit practicum kijken we terug op de tweede science-module.
Je hebt zelf al op elk practicum apart teruggekeken door het maken van een samenvatting ervan.
a. Hebben jij en de andere groepsleden je samenvattingen-schrift bij je?
Overleg met je begeleider wat je moet doen als jullie niet allemaal je samenvattingenschrift bij de hand hebben.
Blader jouw samenvattingen even door.
c. Heb jij tekeningen in je samenvattingen gemaakt?
Uit module 2 Practicum 9
Gebruik van index van trefwoorden)
9.2 Zoek in de index van trefwoorden op in welke practica
het hieronder genoemde gereedschap is geïntroduceerd.
a. Schrijf (niet in dit boekje maar op een werkblad) het nummer van het betreffende practicum in een tabel zoals hieronder:
|
practicum- nummer (module 2) |
mortier |
|
stamper |
|
bekerglas |
|
maatcilinder |
|
schuifmaat |
|